top of page
akhil-aj-eqgWeZVJZLo-unsplash (1).jpg

De Nemeton 

Wie haar betreedt, wordt aangeraakt door een levende structuur, een tijdloos veld waar hemel en aarde, vuur en water, mens en geest met elkaar in resonantie treden. Gedragen door oeroude hemelobservaties, vormt de Nemeton een afstemmingsruimte op de zonnecyclus, de maancyclus en de dynamiek van de ziel.
Zij leeft in de adem van Vuur en Water, in het spreken van de Bomen en de stilte van de Steen.

Trē Nemedā Brogī (Door het Gewijde Veld)

✦ Oriëntatie en toegang

De toegang tot de Nemeton ligt in het westen, de richting van Wijsheid en Esoc de Oude Zalm, richting van de ondergaande zon, van inkeer, van het mysterie dat voorafgaat aan het ritueel. Hier betreedt men het veld via een drempel van loslaten, geleid door het vrouwelijk principe van vuur: Agiléca, de heilige haardvlam, gehoed door vrouwen. Zij brandt in cirkelvorm, laag en gestadig, en herinnert aan het hart: stil, voedend, onzichtbaar krachtig. Hier komt men binnen, en hier keert men terug.

✦ Kosmische rastering

De Nemeton is georiënteerd op een zonne- en maanraster. Deze rastering, die zich richt op de acht spiraalvormige knooppunten in de ruimtelijke tijd, zorgt ervoor dat de rituele ruimte niet enkel horizontaal georiënteerd is (op de vier windrichtingen), maar ook verticaal resoneert met de hemellichamen.

Het zonneraster verankert via vaste jaarpunten (zoals solstitia en equinoxen) verbindt de ruimte met de cycli van openbaring, daadkracht en offer.

Het maanraster weeft de subtielere lagen van tijd: ontvankelijkheid, visioen, innerlijk werk. Ze bepaalt het ritme van inwijding, droom en transformatie.

Deze dubbele rastering maakt van de Nemeton een intersectieveld, een levend kompas van menselijke aanwezigheid binnen de kosmische orde.

✦ Elementaire en rituele kernstructuur

Binnen het veld bevinden zich vijf vaste krachtplaatsen, elk met eigen functie, vorm en oriëntatie. Elk staat op een kruispunt van aarde en hemel, tijd en intentie:

1. Noorden – Altaar van de Stilte

Het altaar ligt in het noorden: de plaats van de sterren, de nacht, de voorouders, de ongeborenen en de oorspronkelijke stilte.
Het is sober en krachtig, vaak uit steen, en dient voor het neerleggen van objecten, amuletten, gebeden of tekenen van het rituele werk.
Hier resoneert de herinnering. Wat hier wordt gelegd, wordt opgenomen in het geheugen van de ruimte.

2. Oosten – Adbertotepnion


In het oosten van de Nemeton ligt het Adbertotepnion, het rechthoekige offervuur dat zich uitstrekt in de richting van de opkomende zon. Deze vuurplaats is een doorgang waar menselijke intentie zich opent naar het goddelijke weefsel van de kosmos. De vier hoeken van het vuur symboliseren de vier poorten van eenheid, en zijn afgestemd op de vier richtkrachten die het menselijke innerlijk vormen.

 

In het hart van dit vuur ligt het gnileceto, het vuurvaartuig, dat het vuur draagt, het offer ontvangt en vervoert. Dit vaartuig rust op oriëntatie, spanning, verhouding. Zijn langwerpige vorm volgt de zonne-as, van west naar oost, van binnen naar buiten, van offer naar overgave.

Binnen dit vuurvaartuig leeft Agnilecextis, het vuur als wezen, vuur als bemiddelaar, vuur als drager van gebed. Hij belichaamt het vuur zelf en draagt het woord van wie spreekt.
Hij ontvangt het offer, zuivert het, en voert het via het gnileceto naar het lichtveld van het zonneraster waar het opgenomen wordt in de grote orde.
 

Wat je in het vuur wordt gelegd, wordt opgenomen in een relatie tussen mens en godheid, tussen aarde en hemel, tussen tijd en eeuwigheid.


3. Zuiden – Ures, het Smeulend Vuur

In het zuiden, waar hitte en geestkracht zich bundelen, brandt de Ures: een laag, smeulend vuur van wil, transformatie en levenskracht. Het is het vuur van de smeulende vonk, het lichzaad, het Kind van Vuur, de Maponos.

De Ures herbergt de alchemie van daad en terughouding. Hier heerst het vuur dat niet verteert, maar rust in al zijn capaciteiten en behoudt.
Eik, sleedoorn, meidoorn, en hulst worden als houtsoorten ingezet vanwege hun doordringende kracht en beschermende geest.

4. Westen – Agiléca, het Vrouwelijk Vuur

Aan de ingang, in het westen, brandt Agiléca: het cirkelvormige haardvuur gewijd aan Aedus.

Hier worden geen offers gebracht. Dit vuur bewaart de continuïteit, draagt de kring van menselijke aanwezigheid, en vormt het hart van het dagelijkse rituele leven.

Het is de plaats waar stilte spreekt, waar verhalen geboren worden, en waar terugkeer plaatsvindt.

5. Centrum – De Zwarte Spiegel

In het midden van de Nemeton bevindt zich het waterbekken: een grote, zwarte spiegel, een poort tot de Anderwereld en het onbewuste. De spiegel weerspiegelt niet enkel de hemel, maar ook de ziel. Hij dient voor zuivering, reflectie, en om dromen of visioenen tot aan de oppervlakte te brengen. Rituele zegeningen met water worden hieruit genomen.

De spiegel staat ook in verbinding met het maanraster waarop ze geplaatst is: zij ontvangt, weerspiegelt en draagt.

✦ Ritmiek en gebruik

Elke dag kent zijn eigen waken en slapen, zijn eigen rookrituelen (sučcomāriom).
Vuur en water spreken met elkaar.
Stilte en klank wisselen elkaar af.

 

Dectrā Echros: “De Rechterhand van het Paard”, verwijst naar de begroeting tijdens de opkomende zon en het ontwaken van de Nemeton.
 

Dectrā Anmanon: “De Rechterhand van de Zielen”, verwijst naar de begroeting van de avond, wanneer de duisternis daalt over de Nemeton en de vele sterren verschijnen. Het is de hand die leidt of begeleidt in het rijk van de doden of ongeborenen, de daadkrachtige verbinding met de onzichtbare wereld.


Elke stap in de Nemeton herinnert de wandelaar eraan dat hij zich op geheiligde grond bevindt: waar de zichtbare wereld zich opent naar het onzichtbare.

 

bottom of page